Actueel
Zetelverplaatsing zonder misbruik houdt dividend onbelast
14 december 2021
Soms levert de zetelverplaatsing van een bv naar het buitenland een belastingvoordeel op. Dit is een aanwijzing dat sprake is van misbruik, maar de bv mag tegenbewijs leveren.
Een bv die op 28 december 2007 is opgericht naar Nederlands recht en is sinds 31 december 2011 gevestigd op Curaçao. Zij is de persoonlijke houdstervennootschap van haar enig aandeelhouder, die al geruime tijd op Curaçao woont. De bestuurder van de bv is de vader van haar aandeelhouder. Sinds 2007 participeert de bv samen met andere persoonlijke holdings van verschillende familieleden van de aandeelhouder en de vader in een andere vennootschap met een onderneming. Het is de bedoeling om 85% van het belang in deze vennootschap te verkopen aan een private equity bedrijf. Om deze aandelenverkoop te faciliteren, vindt op 27 januari 2011 de oprichting van een nieuwe bv plaats. Een stichting administratiekantoor (STAK) houdt de aandelen in de nieuwe vennootschap. De holdings van de familieleden bezitten de certificaten van de STAK. Zo heeft de bv via certificaten een economisch belang in de activa van de stichting van 11,11%. De vader emigreert op 31 december 2011 naar Curaçao, zodat een verplaatsing van de feitelijke leiding van de bv plaatsvindt. Het belang van de bv in de nieuwe vennootschap blijft echter ongewijzigd. Eind 2015 wordt de onderneming verkocht. Via de STAK ontvangt de bv in 2016 haar aandeel in de verkoopopbrengst, een bedrag van circa € 13,8 miljoen. De bv keert dit bedrag niet uit aan haar aandeelhouder. In haar aangifte vennootschapsbelasting over 2016 vermeldt de bv een belastbare winst van nihil. Maar volgens de Belastingdienst is de winstuitdeling wel belast. De inspecteur meent dat de bv een aanmerkelijk belang in een Nederlandse vennootschap houdt om zo de belastingheffing bij de aandeelhouder te ontgaan. In die situatie is de bv een buitenlandse belastingplichtige die een belastbaar bedrag geniet. De bv start daarop een beroepsprocedure voor Rechtbank Den Haag. Daarbij is niet in geschil dat door de betrokkenheid van de bv minder Nederlandse belasting is verschuldigd. Dit levert een bewijsvermoeden op dat een constructie is opgezet om belasting te ontgaan. De bv mag echter tegenbewijs leveren en doet dat met succes. Zij overtuigt de rechtbank ervan dat de werkelijke leiding om niet-fiscale redenen is verplaatst naar Curaçao. Bovendien zijn dividenden aan de bv onder de regelgeving tot 2016 belast met 15% dividendbelasting. Dat die regelgeving later is gewijzigd, betekent niet dat met terugwerkende kracht sprake is van een ontgaansmotief. De rechtbank verlaagt dan ook de aanslag vennootschapsbelasting naar nihil. Bron: Rb. Den Haag 22-11-2021 (gepubl. 07-12-2021)
Terug naar overzicht
Een bv die op 28 december 2007 is opgericht naar Nederlands recht en is sinds 31 december 2011 gevestigd op Curaçao. Zij is de persoonlijke houdstervennootschap van haar enig aandeelhouder, die al geruime tijd op Curaçao woont. De bestuurder van de bv is de vader van haar aandeelhouder. Sinds 2007 participeert de bv samen met andere persoonlijke holdings van verschillende familieleden van de aandeelhouder en de vader in een andere vennootschap met een onderneming. Het is de bedoeling om 85% van het belang in deze vennootschap te verkopen aan een private equity bedrijf. Om deze aandelenverkoop te faciliteren, vindt op 27 januari 2011 de oprichting van een nieuwe bv plaats. Een stichting administratiekantoor (STAK) houdt de aandelen in de nieuwe vennootschap. De holdings van de familieleden bezitten de certificaten van de STAK. Zo heeft de bv via certificaten een economisch belang in de activa van de stichting van 11,11%. De vader emigreert op 31 december 2011 naar Curaçao, zodat een verplaatsing van de feitelijke leiding van de bv plaatsvindt. Het belang van de bv in de nieuwe vennootschap blijft echter ongewijzigd. Eind 2015 wordt de onderneming verkocht. Via de STAK ontvangt de bv in 2016 haar aandeel in de verkoopopbrengst, een bedrag van circa € 13,8 miljoen. De bv keert dit bedrag niet uit aan haar aandeelhouder. In haar aangifte vennootschapsbelasting over 2016 vermeldt de bv een belastbare winst van nihil. Maar volgens de Belastingdienst is de winstuitdeling wel belast. De inspecteur meent dat de bv een aanmerkelijk belang in een Nederlandse vennootschap houdt om zo de belastingheffing bij de aandeelhouder te ontgaan. In die situatie is de bv een buitenlandse belastingplichtige die een belastbaar bedrag geniet. De bv start daarop een beroepsprocedure voor Rechtbank Den Haag. Daarbij is niet in geschil dat door de betrokkenheid van de bv minder Nederlandse belasting is verschuldigd. Dit levert een bewijsvermoeden op dat een constructie is opgezet om belasting te ontgaan. De bv mag echter tegenbewijs leveren en doet dat met succes. Zij overtuigt de rechtbank ervan dat de werkelijke leiding om niet-fiscale redenen is verplaatst naar Curaçao. Bovendien zijn dividenden aan de bv onder de regelgeving tot 2016 belast met 15% dividendbelasting. Dat die regelgeving later is gewijzigd, betekent niet dat met terugwerkende kracht sprake is van een ontgaansmotief. De rechtbank verlaagt dan ook de aanslag vennootschapsbelasting naar nihil. Bron: Rb. Den Haag 22-11-2021 (gepubl. 07-12-2021)