Actueel
Flexwerkers kunnen eind juni ondersteuning aanvragen
15 juni 2020
Naar verwachting kunnen flexwerkers vanaf 22 juni bij UWV een aanvraag voor de Tofa-regeling doen als zij als gevolg van de coronacrisis een substantieel inkomensverlies hebben geleden. UWV werkt momenteel aan het inrichten en testen van het aanvraag- en uitkeringsproces.
De Tofa-regeling is bedoeld als vangnet voor mensen die vanwege de coronacrisis een forse terugval hebben in hun inkomen, geen aanspraak kunnen maken op WW, bijstand of een andere socialezekerheidsregeling en een tegemoetkoming nodig hebben als bijdrage in de kosten van hun levensonderhoud. De Tweede Kamer verzocht om een oplossing voor deze groep. De voorwaarden voor deze regeling zijn gepubliceerd in de Staatscourant. Had men in februari meer dan € 400 aan bruto-inkomsten (drempelbedrag) en in april de helft minder heeft genoten maar ten hoogste € 550, komt in aanmerking voor een vaststaand eenmalige bruto tegemoetkoming van € 550 per maand voor de maanden maart, april en mei. De aanvrager mag in deze periode geen uitkering hebben ontvangen. Zowel het drempelbedrag als het tegemoetkomingsbedrag zijn op verzoek van de Tweede Kamer lager dan in het oorspronkelijke kabinetsvoorstel. Hiermee wordt de groep mensen die aanspraak maakt op de regeling verruimd en komen er meer mensen voor in aanmerking. Door bijvoorbeeld de referte-eis in de werkloosheidswet (WW) en de vermogens- en partnertoets in de bijstand is er een groep werknemers van wie weliswaar de inkomsten wegvallen, maar die geen recht heeft op een uitkering. Het gaat daarbij vooral om flexwerkers – met name oproepkrachten en uitzendkrachten – die, door hun flexibele arbeidscontract, minder beschermd zijn dan werknemers met een vast contract. Naar schatting komt maximaal één derde van de werknemers met een oproep- of uitzendcontract niet in aanmerking voor WW. Bron: Min. SZW 11-06-2020
Terug naar overzicht
De Tofa-regeling is bedoeld als vangnet voor mensen die vanwege de coronacrisis een forse terugval hebben in hun inkomen, geen aanspraak kunnen maken op WW, bijstand of een andere socialezekerheidsregeling en een tegemoetkoming nodig hebben als bijdrage in de kosten van hun levensonderhoud. De Tweede Kamer verzocht om een oplossing voor deze groep. De voorwaarden voor deze regeling zijn gepubliceerd in de Staatscourant. Had men in februari meer dan € 400 aan bruto-inkomsten (drempelbedrag) en in april de helft minder heeft genoten maar ten hoogste € 550, komt in aanmerking voor een vaststaand eenmalige bruto tegemoetkoming van € 550 per maand voor de maanden maart, april en mei. De aanvrager mag in deze periode geen uitkering hebben ontvangen. Zowel het drempelbedrag als het tegemoetkomingsbedrag zijn op verzoek van de Tweede Kamer lager dan in het oorspronkelijke kabinetsvoorstel. Hiermee wordt de groep mensen die aanspraak maakt op de regeling verruimd en komen er meer mensen voor in aanmerking. Door bijvoorbeeld de referte-eis in de werkloosheidswet (WW) en de vermogens- en partnertoets in de bijstand is er een groep werknemers van wie weliswaar de inkomsten wegvallen, maar die geen recht heeft op een uitkering. Het gaat daarbij vooral om flexwerkers – met name oproepkrachten en uitzendkrachten – die, door hun flexibele arbeidscontract, minder beschermd zijn dan werknemers met een vast contract. Naar schatting komt maximaal één derde van de werknemers met een oproep- of uitzendcontract niet in aanmerking voor WW. Bron: Min. SZW 11-06-2020