Actueel
Bomen rooien wijst op overgang bosgrond naar landbouwgrond
18 november 2020
Het kan gebeuren dat een agrarische ondernemer een stuk grond koopt dat is beplant met bomen. Voordat de agrariër landbouwgewassen op die grond kan telen, moet hij deze bomen eerst laten rooien en de wortels laten wegrotten. In zo’n geval is sprake van een sfeerovergang van bosgrond naar landbouwgrond. Voor zover daardoor de waarde bij agrarische bestemming stijgt, valt dat voordeel niet onder de landbouwvrijstelling. Tot dit oordeel komt Rechtbank Noord-Nederland.
Een man drijft met zijn echtgenote een agrarische onderneming. Op 15 oktober 2009 gaat de man samen met zijn zoon en twee andere personen een VOF aan. De vennoten kopen een perceel, dat zij vervolgens in de VOF inbrengen. Het perceel is door de vorige eigenaren met bomen beplant. De vorige eigenaren wilden deze bomen exploiteren. De vennoten laten de geplante bomen rooien. Na verloop van tijd zijn ook de wortels weggerot en is de grond geschikt voor de teelt van landbouwgewassen. In 2012 herwaarderen de vennoten de grond naar de waarde in het economische verkeer bij agrarische bestemming (wevab). De man behaalt daardoor een boekwinst op van ongeveer € 2,3 miljoen. Volgens hem vat deze boekwinst onder de landbouwvrijstelling. De man hanteert als argument dat de vennoten de grond ondanks de houtopstand als landbouwgrond hebben gekocht. En dus heeft geen sfeerovergang plaatsgevonden. Maar de inspecteur blijft bij zijn standpunt dat de vennoten bosgrond hebben gekocht. De verkopers gebruikten de grond op het moment van de verkoop immers als bosgrond. De rechtbank volgt de redenering van de fiscus. De vorige eigenaren hebben destijds de grond als landbouwgrond gekocht, maar vervolgens gebruikt voor bosbouw. Dat blijkt ook uit hun aanvraag voor een vrijstelling van herplantplicht. Verder moest de VOF na het rooien van de bomen de boomwortels laten wegrotten en gras, klaver en luzerne inzaaien. De rechtbank merkt deze omstandigheden aan als aanwijzingen voor een nieuwe bestemming. Overigens oordeelt de rechter dat de waardestijging van de sfeerovergang tot het moment van herwaardering wel onder de landbouwvrijstelling valt. Bron: Rb. Noord-Nederland 05-11-2020 (gepubl. 10-11-2020)
Terug naar overzicht
Een man drijft met zijn echtgenote een agrarische onderneming. Op 15 oktober 2009 gaat de man samen met zijn zoon en twee andere personen een VOF aan. De vennoten kopen een perceel, dat zij vervolgens in de VOF inbrengen. Het perceel is door de vorige eigenaren met bomen beplant. De vorige eigenaren wilden deze bomen exploiteren. De vennoten laten de geplante bomen rooien. Na verloop van tijd zijn ook de wortels weggerot en is de grond geschikt voor de teelt van landbouwgewassen. In 2012 herwaarderen de vennoten de grond naar de waarde in het economische verkeer bij agrarische bestemming (wevab). De man behaalt daardoor een boekwinst op van ongeveer € 2,3 miljoen. Volgens hem vat deze boekwinst onder de landbouwvrijstelling. De man hanteert als argument dat de vennoten de grond ondanks de houtopstand als landbouwgrond hebben gekocht. En dus heeft geen sfeerovergang plaatsgevonden. Maar de inspecteur blijft bij zijn standpunt dat de vennoten bosgrond hebben gekocht. De verkopers gebruikten de grond op het moment van de verkoop immers als bosgrond. De rechtbank volgt de redenering van de fiscus. De vorige eigenaren hebben destijds de grond als landbouwgrond gekocht, maar vervolgens gebruikt voor bosbouw. Dat blijkt ook uit hun aanvraag voor een vrijstelling van herplantplicht. Verder moest de VOF na het rooien van de bomen de boomwortels laten wegrotten en gras, klaver en luzerne inzaaien. De rechtbank merkt deze omstandigheden aan als aanwijzingen voor een nieuwe bestemming. Overigens oordeelt de rechter dat de waardestijging van de sfeerovergang tot het moment van herwaardering wel onder de landbouwvrijstelling valt. Bron: Rb. Noord-Nederland 05-11-2020 (gepubl. 10-11-2020)